Lokale overheden zijn een belangrijke factor voor sterk en relevant open jeugdwerk. Wij willen lokale beleidsmakers informeren en inspireren over onze visie op open jeugdwerk en geven daarom ook tools en kennis mee om die visie in de praktijk om te zetten.
Formaat wil een partner zijn van lokale overheden om een sterk open jeugdwerkbeleid te realiseren en denkt mee na over hoe een lokaal bestuur het open jeugdwerk in al zijn diversiteit zo goed mogelijk kan ondersteunen en faciliteren.
Basisprincipes van open jeugdwerk
Het pedagogisch project
De ultieme basis van open jeugdwerk is het pedagogisch project. De inhoud primeert en daarin staan jongeren centraal. Met die kernopdracht moeten vrijwilligers en beroepskrachten zich in de eerste plaats kunnen bezighouden. Een stevige omkadering (financiële, infrastructureel en inhoudelijk) is daarvoor belangrijk.
Tegelijkertijd moet het jeugdwerk voldoende vrijheid en onafhankelijkheid behouden. Als subsidiërende overheid word je op die manier eerder een voorwaardenscheppende partner dan een controlerende instantie.
Het pedagogisch project van open jeugdwerk bestaat uit verschillende elementen:
Jongeren centraal: Open jeugdwerk is wat werkt voor en door jonge mensen.
Open ontmoeting: Open jeugdwerk creëert kansen voor jongeren om elkaar te ontmoeten.
Groeien en leren: Open jeugdwerk is een plek waar je kan experimenteren, leren en groeien door te doen en te ervaren.
Collectief: Open jeugdwerk vertrekt vanuit groepen jongeren.
Democratiserend: Open jeugdwerk is een plek voor iedereen waar dialoog, democratische besluitvorming en participatie centraal staan.
Buurtgericht: Open jeugdwerk werkt aan open, solidaire en warme buurten.
Politiserend: Open jeugdwerk maakt jongeren betrokken en geeft hen een stem in het debat, zodat ze meer impact kunnen hebben op de samenleving.
Gelijkwaardig: Open jeugdwerk is toegankelijk, zet in op gelijkwaardigheid en ziet diversiteit als een sterkte.
Financiële zekerheid
Open jeugdwerk heeft nood aan financiële zekerheid en dus voldoende budgetten om een goede werking te kunnen garanderen. Om een open jeugdwerkinitiatief draaiende te houden, moeten de budgetten afgestemd zijn op de reële kosten. Denk aan de kosten van infrastructuur, werking en soms personeel. Formaat is geen voorstander om open jeugdwerkinitiatieven verplicht eigen inkomsten te laten creëren, omdat het initiatieven benadeelt die weinig of geen inkomsten kunnen of willen halen uit hun jongeren.
Kwalitatieve en veilige infrastructuur
Lokale overheden moeten zorgen voor een kwalitatieve en veilige infrastructuur. De gebouwen moeten aangepast zijn aan de noden van jongeren, polyvalent inzetbaar zijn en voldoen aan de huidige veiligheidsnormen. Als er geen openbare infrastructuur beschikbaar is, kan de private markt een alternatief bieden. Al verwachten we in dat geval dat de lokale overheid de huurkosten compenseert en de kwaliteit van die infrastructuur mee bewaakt.
Inhoudelijke ondersteuning
Een stevige inhoudelijke ondersteuning is belangrijk voor open jeugdwerkinitiatieven. Bijvoorbeeld financiële en administratieve ondersteuning, ondersteuning op vlak van infrastructuur, maar zeker ook ondersteuning van het inhoudelijke project en de toekomstdromen van het jeugdwerk.
Nood aan professionalisering
Soms heeft open jeugdwerk nood aan professionalisering, vooral als je sterk wil werken aan verbinding. Enerzijds is er nood aan professionele jeugdwerkers, die aanspreekbaar zijn en die jongeren ook actief aanspreken en in contact brengen met andere jongeren en diensten in de buurt. Anderzijds is de context rond vrijwilligersinitiatieven sterk geprofessionaliseerd. Denk aan het contact met overheden en de wettelijke normen waaraan jeugdorganisaties moeten voldoen (bijvoorbeeld vzw-wetgeving, btw, voedselveiligheid, milieunormen). Daarom pleit Formaat om in die contexten waar het nodig is, te kiezen voor tewerkstelling van beroepskrachten met een pedagogische taakstelling door en in het open jeugdwerkinitiatief.
Een open blik op jeugdwerk
Open jeugdwerk is gebaat bij en bloeit door een open blik op jeugdwerk. Open jeugdwerk kan verschillende vormen aannemen. Het basisprincipe ‘voor en door jongeren’ staat steeds centraal, maar de precieze invulling daarvan kan variëren. De diversiteit in open jeugdwerk moet behalve in de open jeugdwerkinitiatieven zelf, ook op niveau van de stad of gemeente worden aangepakt. Formaat gelooft dat steden en gemeenten verschillende vormen van open jeugdwerk moeten ondersteunen, zodat elke jongere zich ergens kan thuis voelen. Een ‘one size fits all’-jeugdwerkorganisatie is er niet. Om dat te realiseren, moet het beleid handvaten aanreiken die aangepast zijn aan die diversiteit.
Aandacht voor de diversiteit van het open jeugdwerklandschap
Met diversiteit bedoelen we de grote verschillen in de omstandigheden waarin kinderen en jongeren opgroeien. Die verschillen moeten we zien als verrijkend, maar tegelijkertijd moeten we aandacht hebben voor sociale ongelijkheid, uitsluiting en discriminatie. De kern van open jeugdwerk is dat het openstaat voor alle jongeren en diversiteit als een meerwaarde beschouwt.
Formaat onderschrijft de visie die De Ambrassade en Demos in 2016 formuleerden en spreekt over ‘jeugdwerk in het centrum’ en ‘jeugdwerk in de periferie’.
Jeugdwerk in het centrum: deze jeugdorganisaties hebben een lange traditie en handelen volgens gekende methodes. Jeugdwerkinitiatieven in het centrum moeten gestimuleerd worden om hun doelgroep te verbreden.
Jeugdwerk in de periferie: deze jeugdorganisaties hanteren andere methodes, realiseren een ander aanbod en bereiken daardoor ook andere jongeren. Dit jeugdwerk moet meer zichtbaar worden en zo gemakkelijker toegang krijgen tot de beschikbare middelen en budgetten.
De bovenstaande dubbele beweging creëert een bredere waaier aan open en ondernemende jeugdwerkorganisaties. Dat impliceert niet alleen een herverdeling van middelen, maar ook een stijging van budgetten. Er is dus meer geld nodig, maar niet om hetzelfde te doen. De jeugdorganisaties in de periferie realiseren als geen ander beleidsdoelstellingen uit domeinen als cultuur, onderwijs, werk, sport, ondernemen en welzijn. Vaak gebeurt dat kostenefficiënt en écht op maat van jongeren via vernieuwende vormen van jeugdwerk.
Hoe kan jij als lokale beleidsmaker diversiteit ondersteunen?
Erken en ondersteun open jeugdwerkinitiatieven om wat ze in de praktijk doen, niet om wie ze zijn of onder welke vorm van jeugdvorm ze vallen.
Heb aandacht voor open jeugdwerkinitiatieven die jongeren met diverse afkomst bereiken. Hun netwerk is vaak minder, groot waardoor ze moeilijker ondersteuning vinden.
Stimuleer solidariteit. Stimuleer grote open jeugdwerkinitiatieven om kleinere werkingen en organisaties te ondersteunen door samen projecten op te zetten, infrastructuur te delen en kennis uit te wisselen.
Laat werkingen voor specifieke doelgroepen op zichzelf bestaan. Bijvoorbeeld: een open jeugdwerkinitiatief dat jongeren met Sub-Saharaanse roots aanspreekt, breidt het bestaande aanbod uit en heeft op zich bestaansrecht. Of beter: bestaansnoodzaak.
Biedt open jeugdwerkinitiatieven voldoende ondersteuning op financieel en infrastructureel vlak. Zo zijn de organisaties minder afhankelijk van hun eigen inkomsten en kunnen ze hun activiteiten zo laagdrempelig mogelijk houden.
Stimuleer en ondersteun open jeugdwerkinitiatieven bij de ontwikkeling van hun visie op inclusie en diversiteit. Help hen bij het herkennen en wegwerken van drempels wanneer ze hun werking openstellen voor alle jongeren.
Engageer je als overheid om alle jeugdwerkinitiatieven een stem te geven in het lokale (jeugd)beleid.
Zet jongeren centraal. Maak komaf met hokjesdenken en verdeel de budgetten voor open jeugdwerk vanuit een brede blik. Richt je niet enkel op vrijetijdsbesteding. Meer en meer organisaties werken op domeinen zoals ondernemerschap, tewerkstelling van kansengroepen, artistieke creatie, huistaakbegeleiding, sport, sociale inclusie, identiteitsontwikkeling...
Een hedendaags subsidiekader voor jeugdhuizen
De meeste subsidiereglementen voor de ondersteuning van open jeugdwerkinitiatieven zijn niet ontworpen voor werkingen die zelf minder inkomsten bij jongeren kunnen halen of waarvoor het niet opportuun is om dat te doen. Een werking met een bar en een feestzaal haalt nu eenmaal gemakkelijker eigen inkomsten binnen dan een werking die focust op namiddagactiviteiten en -workshops. Jeugdinitiatieven die geen inkomsten creëren, hebben het daardoor niet gemakkelijk of geraken niet opgestart.
Op die manier missen we ondersteuning voor een belangrijk deel van het jeugdwerklandschap dat nog volop in ontwikkeling is. Vernieuwende jeugdinitiatieven vinden moeilijk of geen aansluiting bij de bestaande kaders. Daardoor worden ze in de praktijk niet opgepikt door lokale ondersteunende diensten en netwerken.
Daarom pleit Formaat voor een subsidiereglement dat afgestemd is op de diversiteit aan initiatieven in het open jeugdwerk.
Lees meer over de uitgangspunten voor een vernieuwd en werkbaar subsidiekader.
Betaalbare en kwalitatieve infrastructuur
Goede infrastructuur draagt duidelijk bij aan de tevredenheid van jongeren. Formaat spoort lokale overheden dan ook aan om kwalitatieve infrastructuur te garanderen. Een eigen gebouw is een plek waar jongeren kunnen samenkomen, zich kunnen thuis voelen, kunnen leren en elkaar ontmoeten.
Bovendien wordt de infrastructuur van open jeugdwerk vaak polyvalent gebruikt. De gebouwen hebben een impact op de uitstraling en het imago van de jeugdorganisatie.
Daarnaast is de veiligheid van de infrastructuur erg belangrijk: brandveiligheid, maar ook inbraakbeveiliging en maatregelen tegen vandalisme.
De infrastructuur bepaalt ook de impact op de omgeving. Denk aan mogelijke overlast, maar ook aan het samenkomen van verschillende zichtbare en onzichtbare netwerken.
Ten slotte bespaar je met duurzame infrastructuur veel geld uit en draag je zorg voor het milieu.
Waaruit bestaat een sterk infrastructuurbeleid?
De jeugdwerking kan terecht in kwalitatieve gebouwen die aangepast zijn aan de huidige normen. Dat wil zeggen: inzetten op veiligheid, duurzaamheid en een goed onderhoudsbeleid.
De infrastructuur is aangepast aan de functie die de locatie krijgt (bijvoorbeeld ontmoetingsruimte, repetitielokaal, vergaderzaal of fuifzaal) en aan de omgeving. Het gebouw is ook toegankelijk en aantrekkelijk.
De infrastructuur is betaalbaar. Als lokale overheid houd je de kosten voor de jeugdinitiatieven zelf zo laag mogelijk, zodat zij geen extra inkomsten moeten zoeken om hun huur te betalen.
De jongeren worden betrokken bij het infrastructuurbeleid. Geef hen een stem bij het ontwerp van nieuwbouw, bij verbouwingen of bij de uitvoering van werken.
Het infrastructuurbeleid garandeert rechtszekerheid.
Hoe kan je als lokale overheid een aangepaste, kwalitatieve, veilige en betaalbare infrastructuur garanderen?
Maak de infrastructuur zo goedkoop mogelijk. Dat kan door eigen infrastructuur gratis ter beschikking te stellen. Je kan ook subsidies voor de huur en subsidies voor de vaste kosten voorzien. Als je maar een deel van de kosten subsidieert, zet je druk op de inhoudelijke werking. Dan verplicht je de jeugdinitiatieven om extra eigen inkomsten binnen te halen.
Zet zoveel mogelijk in op eigenaarschap van gebouwen. Als lokale overheid heb je het meeste te zeggen over je eigen patrimonium. Open jeugdwerkinitiatieven kunnen ook zelf eigenaar zijn van hun gebouw. In combinatie met een lokaal kwaliteitsbeleid zorgt dat voor extra slagkracht. Formaat is geen voorstander van infrastructuur die door de overheid of door jeugdhuizen zelf wordt gehuurd op de private markt. Ook concessies raden wij af.
Hanteer als lokale overheid een aantal kwaliteitsnormen op vlak van onder andere toegankelijkheid, veiligheid, duurzaamheid, onderhoudsvriendelijkheid, aangepastheid aan functie en omgeving.
Zorg ervoor dat de infrastructuur is afgestemd op de wensen en noden van jongeren door hen te betrekken bij alle processen rond het (ver)bouwen en onderhouden van de infrastructuur.
Garandeer rechtszekerheid via duidelijke overeenkomsten tussen de lokale overheid en het jeugdhuis. Maak afspraken over de huurtermijn, opzegtermijnen, huurprijs (indien van toepassing), contracten omtrent nutsvoorzieningen, verplichtingen met betrekking tot vergunningen enzovoort.
Werk met een huisvestingsgarantie. Daarin krijgt elk open jeugdwerkinitiatief de garantie van de lokale overheid om op een geschikte manier te worden gehuisvest.
Lees meer over het uitbouwen van een sterk infrastructuurbeleid.
De lokale overheid als regisseur
In het open jeugdwerk staat de kennis van jongeren en gesprekken met de jongeren en hun organisaties voorop. Enkel zo kan een lokale overheid een sterk open jeugdbeleid voeren, aangepast aan de realiteit en de wensen van jongeren.
Daarom neemt een jeugdambtenaar het best de rol op van regisseur. Een regisseur heeft een goed idee over waar die naartoe wil, maar krijgt ook alle verschillende partijen mee aan boord om samen een interessant project uit te bouwen dat past in de lokale context.
Een regisseur moet het open jeugdwerk dus erg goed goed kennen en vertrekken vanuit de realiteit. Als jeugdambtenaar breng je de verschillende lokale jeugdinitiatieven in kaart en ga je ermee in gesprek om samen ambities te formuleren en beleidsaccenten te leggen. Daarnaast bewaakt en stimuleert een jeugdambtenaar de diversiteit aan organisaties.
Formaat pleit ervoor om als lokale overheid particuliere initiatieven te ondersteunen, eerder dan zelf vanuit de stad of gemeente initiatieven op te starten. Een particulier initiatief vertrekt vanuit de noden die er leven bij jongeren. Toch kan de lokale overheid ook zelf initiatief nemen als dat nodig is, bijvoorbeeld als er een duidelijke nood is die niet wordt opgevangen door het lokale open jeugdwerk. Maar dat is een laatste optie. Kijk in de eerste plaats naar de jeugdinitiatieven die er al zijn. Daarna kan je de bestaande organisaties aansporen om in te zetten op bepaalde thema’s, doelgroepen en buurten. Als laatste optie kan je als overheid zelf een initiatief nemen, in het geval dat het aanwezige open jeugdwerk ondanks impulsen en ondersteuning geen antwoord biedt op de aanwezige noden.
Wat als een open jeugdwerking niet meer goed draait?
We krijgen wel vaker de vraag hoe je als jeugdambtenaar kan ondersteunen wanneer een werking echt stroef loopt. Soms is dat een normaal proces in de levensloop van een initiatief, maar soms zijn er ook concrete en aanwijsbare redenen waardoor het fout loopt. Het is belangrijk om focus in je blik te brengen. Daarvoor kan je het levensfasemodel gebruiken.
Je kan dit model gebruiken om inzicht te krijgen in waarom de werking is stilgevallen:
- Jongeren die voor het eerst een initiatief of event organiseren, weten vaak niet waar te beginnen.
- Soms lopen jongeren vast op zakelijke en administratieve to do’s zoals vzw-wetgeving, unisono, vergunningsaanvragen, geluidsnormen, problemen met locatie of het vinden van vaste inkomstenbronnen.
- Op andere momenten zijn er inhoudelijke problemen zoals het vinden van vrijwilligers en bezoekers, het structureren van de werking, het contact met schepenen of de publieke opinie.
Dit model kan je helpen om je blik scherper te krijgen en een gepaste strategie te hanteren.
Ga daarom vooral in dialoog met de jongeren die je ondersteunt en zorg voor voldoende tijd om aan hun noden tegemoet te komen. Werk op vraag en interesse, zoek en detecteer vragen, maar probeer niet om een werking geforceerd in leven te houden. Als jongeren geen eigenaarschap over hun initiatief ervaren, is het vroeg of laat toch ten dode opgeschreven.
Lees meer over het ondersteunen van moeilijk draaiende werkingen in dit artikel.