Voor lokale besturen

Tewerkstelling in open jeugd­wer­ki­ni­ti­a­tie­ven

7 jan. 2022
BUITENDELIJNTJES Ward in actie 2

De meeste open jeugdwerkorganisaties in Vlaanderen en Brussel zijn vrijwillige initiatieven, maar toch zijn er ook zo’n honderd werkingen die één of meerdere beroepskrachten in dienst hebben. Hoe zit dat precies met tewerkstelling in het open jeugdwerk?

Kijken we naar de leden van Formaat, voor het grootste deel jeugdhuizen, dan zijn er zo’n 258 beroepskrachten actief in ongeveer 90 organisaties. Dat zijn zowel mensen die in dienst zijn bij een jeugdorganisatie, vzw of jeugdhuis als mensen die in dienst zijn bij de lokale overheid. Een klein derde van die 258 beroepskrachten zijn projectmedewerkers die gesubsidieerd worden door de bovenlokale projecten. Gemiddeld heeft een professioneel initiatief drie werknemers in dienst.

Deze beroepskrachten worden ingezet voor:

  • contacten met andere partners;

  • contacten met de lokale overheid;

  • de ondersteuning van vrijwilligers;

  • de organisatie van activiteiten;

  • logistieke ondersteuning;

  • financiën;

  • administratie;

  • de instuif openhouden.

Meer info

Kom meer te weten over beroepskrachten in organisaties.

Steden en gemeenten kunnen ervoor kiezen om een jeugdwerker aan te nemen die onder meer het lokale jeugdhuis ondersteunt. Een minderheid van de organisaties heeft beroepskrachten in dienst zonder dat de vzw zelf werkgever is.

Formaat ijvert ervoor om de tewerkstellingssubsidies ter beschikking te stellen van jeugdorganisaties in plaats van jeugdwerkers in te zetten vanuit de stad of gemeente.

Daarvoor zijn een aantal argumenten:

  • Autonomie: de jongerenwerking zelf werkgever laten zijn, bewaakt de autonomie van de organisatie. Jeugdorganisaties en hun beroepskrachten moeten zelf de inhoud en vorm van hun werk kunnen bepalen. Dat is belangrijk om te kunnen inspelen op de noden van jongeren. Daarnaast behoud je op die manier een gezonde afstand tot het lokale politieke beleid. Zo kan het open jeugdwerk een kritische rol blijven spelen.

  • Deontologie: De overheid bestaat uit verschillende domeinen. Naast jeugdwerk, behoren ook preventie, politie en justitie tot de overheid. Niet elke jongere voelt zich daarbij even goed. Leden van jeugdorganisaties kunnen ook al eens in contact komen met de politie of het gerecht. Om een veilige plek te creëren, is het daarom beter om tewerkstelling in de handen van de jeugdorganisatie zelf te laten.

  • Flexibiliteit: beroepskrachten in het open jeugdwerk doen die job gemiddeld niet zo lang. De jobs worden vooral uitgevoerd door jonge mensen, voor wie het vaak zelfs hun eerste job is. Daarom moet een jeugdorganisatie snel een nieuwe beroepskracht kunnen aannemen als dat nodig is. Ambtelijke procedures kunnen dat vertragen. Bovendien werken jeugdorganisaties met werknemers die verschillende statuten hebben (jobstudenten, freelancers, projectmedewerkers …). Ook daarom is het belangrijk om snel en efficiënt nieuwe mensen te kunnen aannemen.

Meer info

Lees meer over hoe Formaat jeugdwerkingen ondersteunt om het werkgeverschap op te nemen.

De grote meerderheid van de beroepskrachten in het open jeugdwerk wordt betaald via een loonsubsidie vanuit de stad of gemeente. Als jouw organisatie minstens één iemand in dienst heeft die halftijds werkt, kom je in aanmerking voor subsidies uit het decreet bovenlokaal jeugdwerk. Die subsidies financieren jeugdwerkers die inzetten op ondernemerszin, artistieke expressie en sociale cohesie.

Een voorbeeld:

JTC Ten Goudberge in Wevelgem krijgt subsidies vanuit de stad voor een voltijdse coördinator. De vzw dient elke vier jaar een beleidsplan in bij de Vlaamse overheid voor werkingsmiddelen (maximum 100.000 euro). Daarmee betalen ze nog twee extra personeelsleden die projecten opzetten rond ondernemerszin, artistieke expressie en sociale cohesie.

Het basisidee is vaak dat jeugdhuizen en andere open jeugdwerkorganisaties zelf voor hun inkomsten moeten zorgen. Zo kiezen sommige gemeenten en steden ervoor om maar een deeltje of helemaal niets van de loonkost te subsidiëren. Als ze wel een werkings- en/of loonsubsidie uitkeren, dekt die soms enkel de zichtbare kosten en houdt die geen rekening met bijvoorbeeld anciënniteit van de medewerkers en overheadkosten (vaste lasten, zoals administratie en verzekeringen).

Die instelling zet onnodige druk op het pedagogisch project van de jongerenwerking. Formaat is dan ook voorstander van een duidelijk omkaderde personeelssubsidie. Bijvoorbeeld:

  • Eén contract tussen de vzw en de lokale overheid dat alle verschillende subsidies en afspraken daarrond bundelt.

  • Een specifieke personeelssubsidie die rekening houdt met alle personeelskosten (bijvoorbeeld vakantiegeld, sociale bijdrage…) en die mee evolueert met de anciënniteit van de medewerkers en de index.

Tool loonkosten

Je kan ook altijd gebruik maken van de loonkostentool van Formaat.

Door als overheid open jeugdwerkorganisaties te subsidiëren, laat je die organisaties onrechtstreeks het lokale jeugdbeleid mee vormgeven. Je geeft de open jeugdwerkinitiatieven de kans om uit te breiden, zowel inhoudelijk als in aantal beroepskrachten.

Zo kan je als stad of gemeente de organisatie (een jeugdhuis of ander open jeugdwerkinitiatief) als partner beschouwen. Als je ze daarentegen op dezelfde lijn zet met jeugdbewegingen (bijvoorbeeld Chiro, Scouts en Gidsen, KSA), gaan ze vaak concurreren om dezelfde subsidies. In die situatie kunnen andere jeugdinitiatieven de open jeugdwerkorganisatie benijden omdat die beroepskrachten in dienst heeft. Andere gemeentelijke diensten kunnen zich ook argwanend afvragen wat de beroepskracht in het open jeugdwerk doet.

Formaat spoort lokale overheden dan ook aan om actief partner te zijn van de jeugdorganisatie waaraan ze personeelssubsidies toekennen. Die jeugdorganisatie kan mee op zoek gaan naar wat er nog mist in het jeugdbeleid op het vlak van doelgroepen en aanbod. Voor een lokale overheid is het veel moeilijker om op eigen houtje specifieke doelgroepen te bereiken, zoals jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties en tieners. De jeugdorganisatie kan ook actief mee nadenken over het jeugd(welzijns)beleid door regelmatig deel te nemen aan gemeentelijke werkgroepen en vergaderingen.

Door als lokale overheid via subsidies een standaard tewerkstelling te garanderen, krijgt de jeugdorganisatie de kans om zich uit te breiden via de bovenlokale middelen. Als stad of gemeente krijg je er zo bij wijze van spreken één of twee ‘gratis’ jeugdwerkers bij, die gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid.

Formaat gelooft er sterk in dat steden en gemeenten verschillende vormen van jeugdwerk moeten ondersteunen. Zo creëer je een ruim aanbod waarin elke jongere een plek vindt waar die zich thuis voelt. Een ‘one size fits all’-organisatie is er niet.

Nee, niet in elke organisatie zijn beroepskrachten nodig of wenselijk. Het grootste deel van het open jeugdwerk draait dan ook helemaal op vrijwilligers. Die vrijwilligers zijn een belangrijke bouwsteen: het open jeugdwerk is van, voor en door jongeren. De jeugd staat aan het roer en speelt een duidelijke rol in het nemen van beslissingen over de organisatie en haar aanbod.

Toch stijgt de vraag naar meer professionele jeugdwerkers. De maatschappelijke uitdagingen worden dan ook complexer. De doelgroepen zijn steeds diverser op verschillende vlakken: etnische en culturele achtergrond, socio-economische achtergrond en genderidentiteit zijn maar enkele voorbeelden.

Daardoor worden ook de vragen en noden van jongeren complexer. Het is niet makkelijk om aan al die vragen tegemoet te komen met enkel vrijwilligers. Beroepskrachten kunnen specifieke functies opnemen die moeilijk haalbaar zijn als vrijwilliger, zoals werken rond arbeid, welzijn, ondernemingszin en verbinding maken tussen verschillende groepen. .

Daarnaast betekent een organisatie opstarten en runnen ook dat je een pak regels moet naleven. Daar hoort veel administratieve opvolging bij. Zeker als je subsidies krijgt, vraagt de overheid heel wat verantwoording. Formaat ijvert daarom voor meer beroepskrachten met een specifieke pedagogische taak, om zo het pedagogisch project van de open jeugdwerkorganisatie te versterken. Die beroepskrachten creëren meer ademruimte voor de vrijwilligers, zorgen voor versterking wanneer de organisatie het even moeilijk heeft en kunnen een uitbreiding van de organisatie versnellen.

Meer info

Lees meer in onze publicatie ‘Lokale overheden en het jongerenwerk van de toekomst’.

Meer info

Lees meer in onze publicatie ‘IN FORM! Bouwstenen voor open jeugdwerk’.

Neem contact op:

De Wittestraat 2, 2600 Berchem

Bereikbaar op ma-vrij van 10-16u

Neem contact op