Als werkgever wil je dat je beroepskrachten zich betrokken, energiek en gemotiveerd voelen. Maar soms gebeurt het dat iemand zich begint te vervelen, te weinig uitdaging ervaart of het gevoel heeft dat zijn of haar talenten niet volledig benut worden. Dat vergroot het risico op demotivatie of zelfs een bore-out. Dat is schadelijk voor de beroepskracht én voor de organisatie. Een krachtige manier om dit aan te pakken, is jobcrafting. Bij jobcrafting stuur je samen een job bij. Zo past het beter bij de talenten, interesses en energie van de beroepskracht. Het betekent niet alles overhoop halen, maar bewust werken met wat mogelijk is binnen de organisatie.
Wat is jobcrafting?
Bij jobcrafting probeer je het takenpakket van een beroepskracht zo goed mogelijk af te stemmen. Je start bij de huidige jobinhoud en kijkt samen waar spanningen, frustraties en energievreters zitten. Maar je bekijkt ook wat energie geeft. Op basis daarvan kan je dingen verwijderen, veranderen of aanvullen.
Dat wil niet zeggen dat alleen de leuke taken overblijven. Werk moet gebeuren, en dat is niet altijd even leuk. Je kan wel naar de randfactoren kijken. Wat maakt deze job werkbaar voor deze persoon? Wat maakt het juist moeilijk?
Soms doet iemand werk dat eigenlijk onder zijn of haar niveau ligt. Vaak is die persoon overgekwalificeerd, maar dat valt niet altijd op. Of het gevoel leeft: “Ik kan meer dan dit.” Dat noemen we gepercipieerde overkwalificatie. Het kan knagen, verveling veroorzaken en zelfs leiden tot vertrek.
Denk bij jobcrafting altijd aan omgeving, ondersteuning, taakverdeling en ontwikkelmogelijkheden. De vraag is telkens: moet er iets toegevoegd, veranderd, afgestoten of opgelost worden?
Vier vormen van jobcrafting met voorbeelden
Jobcrafting betekent dat beroepskrachten kleine aanpassingen doen aan hun job. Zo sluit het werk beter aan bij hun talenten, interesses of noden. In het open jeugdwerk kan dit een groot verschil maken. Het versterkt motivatie, welzijn én impact. Er zijn vier vormen van jobcrafting.
Dit gaat over wat je doet in je job. Je verandert de inhoud of verdeling van taken. Je kan een nieuwe taak oppakken, een saaie taak schrappen of het werkpakket herschikken.
Voorbeelden:
✏️ Een jeugdwerker krijgt energie van evenementen organiseren en ruilt deels administratieve taken met een collega die graag planning en verslagen doet.
✏️ Een barverantwoordelijke start met het organiseren van educatieve workshops rond alcoholvrij feesten.
✏️ Een coördinator vindt repetitieve vergaderingen demotiverend en vraagt om minder vergaderingen en meer projectmatig werk.
Hier kijk je naar met wie je samenwerkt. Je kiest om nauwer met bepaalde collega’s te werken, of juist minder contact te hebben met anderen.
Voorbeelden:
✏️ Een beroepskracht die moeilijk aansluiting vindt bij externe partners, vraagt om meer interne teamtaken op te nemen en laat collega’s externe contacten overnemen.
✏️ Een administratieve beroepskracht werkt nauwer samen met vrijwilligers die goed zijn met sociale media, om zo hun communicatieplan nieuw leven in te blazen.
✏️Een jeugdwerker gaat op pad met collega’s van andere jeugdhuizen om uitwisseling en inspiratie op te doen.
Dit gaat over hoe je naar je werk kijkt. Je verandert je perspectief door de betekenis van je werk te herdefiniëren of het in een breder geheel te plaatsen. Zo ervaar je meer zin en betrokkenheid.
Voorbeelden:
✏️Een beroepskracht die zich vooral als ‘barverantwoordelijke’ zag, begint in te zien dat deze ook een belangrijke rol speelt in het creëren van een veilige plek voor jongeren.
✏️De coördinator die de administratie gaat ziet als een steun voor jeugdparticipatie en jeugdbeleid, waardoor deze terug meer voldoening krijgt.
✏️Een jeugdwerker linkt de dagelijkse gesprekken met jongeren aan het grotere doel van veerkracht en persoonlijke ontwikkeling.
Tot slot kan je ook sleutelen aan waar of wanneer je werkt. Denk aan het aanpassen van je werkplek, vaker thuiswerken of je werktijden anders organiseren.
Voorbeelden:
✏️Een beroepskracht die zich beter kan concentreren in de ochtend vraagt om vroeger te starten en vroeger te stoppen.
✏️Een coördinator plant één vaste thuiswerkdag voor taken die focus vragen.
✏️Een jeugdwerker ruilt een vaste kantoorplek in voor flexibelere werkplekken dichter bij de jongeren.
Samen je job boetseren
Jobcrafting kan een beroepskracht natuurlijk niet alleen doen. Het is belangrijk om wensen en noden af te stemmen met het bestuur of collega’s. Je kan vertrekken vanuit een teamaanpak. Het team kijkt dan samen hoe ieders sterktes beter benut kunnen worden. Taken kunnen herverdeeld worden, of de samenwerking kan verbeterd worden. In kleine organisaties, waar doorgroeien niet altijd evident is, kan dit een groot verschil maken. Het versterkt motivatie, betrokkenheid en de kwaliteit van het werk.
Zo begin je eraan:
- Breng je taken in kaart. Wat doe je allemaal? Waar kruipt je tijd in?
- Kleur je taken. Wat geeft je energie? Wat kost je energie?
- Denk in mogelijkheden. Wat kan anders? Wat wil je meer of minder doen?
- Betrek anderen. Wat is er haalbaar binnen het team of de organisatie?
Tips voor werkgevers
- Creëer ruimte en vertrouwen. Laat beroepskrachten mee nadenken over hun inhoud.
- Stel vragen over energie. Wat geeft of kost energie? Wat zouden je beroepskrachten anders willen.
- Herken verborgen talent. Veel mensen kunnen meer dan ze laten zien.
- Zorg voor transparantie. Beloof geen dingen die je niet kunt waarmaken.
- Maak er teamwerk van. Stem talenten en noden op elkaar af in het team.
Craften loont
Jobcrafting helpt om werk beter af te stemmen op wie mensen écht zijn. Het verhoogt het werkplezier, de betrokkenheid en de motivatie. Voor jou als werkgever betekent het dat je talent kan behouden, prestaties stijgen en je een gezonde, dynamische werkcultuur opbouwt.
Wacht dus niet tot de motivatie verdwijnt. Begin vandaag nog met luisteren, bijsturen en ruimte maken. Wie zijn job mee mag vormgeven, blijft groeien.