Of je nu een klein of groot open jeugdwerkinitiatief hebt, de relatie tussen werkgever en beroepskracht is de sleutel tot succes. Als die werkrelatie goed zit, ontstaat er een fijne werksfeer. Er is minder verwarring en iedereen krijgt de ruimte om te groeien.
Maar hoe zorg je ervoor dat werkgever en beroepskracht goed kunnen samenwerken? En hoe hou je als bestuurder het overzicht, zeker als je ook vrijwilliger bent of een privérelatie hebt met de beroepskracht? Alles begint met duidelijke afspraken en het bewust opnemen van de verschillende rollen.
Waarom is een goede verhouding belangrijk?
Een gezonde verhouding tussen werkgever en beroepskracht zorgt voor:
- Minder misverstanden: Duidelijke communicatie voorkomt verwarring. Zo weten beide partijen wat ze van elkaar kunnen verwachten.
- Duidelijke verwachtingen: Als rollen en verantwoordelijkheden helder zijn, werkt iedereen beter samen.
- Veiligheid en ondersteuning: Beroepskrachten voelen zich gesteund en kunnen met vertrouwen hun werk doen.
- Ruimte voor feedback en groei: Regelmatige gesprekken helpen beroepskrachten om bij te leren en zich verder te ontwikkelen.
Verschillende petten, verschillende verhoudingen
Als bestuur ben je officieel de werkgever van je beroepskracht. In de praktijk draag je vaak meerdere petten tegelijk. Soms ben je vrijwilliger in dezelfde werking, soms een klankbord, soms een vriend. Die verschillende rollen maken de samenwerking bijzonder, maar ook complex.
Dit is de formele rol. Als bestuur neem je beroepskrachten in dienst en betaal je loon voor hun werk. Er zijn wederzijdse rechten en plichten, vastgelegd in het arbeidscontract, het arbeidsreglement en de wetgeving.
Belangrijk: Hoe vriendschappelijk de relatie ook is, het blijft een machtsverhouding. Je beslissingen hebben impact en je positie bepaalt hoe communicatie wordt ervaren. Professioneel handelen betekent: duidelijke afspraken maken, grenzen bewaken en verwachtingen uitspreken.
Bestuursleden zijn vaak ook vrijwilliger in de werking. Ze helpen mee bij activiteiten, nemen deel aan werkgroepen of springen bij waar nodig. Als vrijwilliger word je aangestuurd, maar als werkgever geef je richting. Dat kan verwarrend zijn.
Tip: Spreek af welke pet je draagt in welke situatie. Laat aan je beroepskracht weten of je aanspreekbaar bent als vrijwilliger of als werkgever. Dat zorgt voor duidelijkheid.
In jeugdhuizen lopen werk en privé vaak door elkaar. Samen werken aan activiteiten, persoonlijke gesprekken, laat opruimen... Dat schept een band, maar kan professionele communicatie moeilijk maken.
Stel jezelf de vraag: Kan ik voldoende afstand houden om mijn rol als werkgever goed op te nemen? Goede afspraken helpen om professioneel te blijven, ook bij een hechte band. Denk na over hoe je moeilijke boodschappen brengt en hoe je grenzen bewaakt.
Een beroepskracht is aangeworven om verantwoordelijkheid op te nemen en brengt kennis en ervaring mee. Maar dat wil niet zeggen dat die alles alleen moet doen. Ook professionals hebben nood aan overleg, steun en een klankbord.
Tip: Wees een sparringpartner. Ondersteuning is geen controle, maar zorgzaam leiderschap. Toon betrokkenheid, zonder over te nemen.
Je beroepskracht kent de werking van binnenuit. Die weet wat er leeft bij vrijwilligers, wat werkt en waar er knelpunten zijn.
Tip: Gebruik die kennis in je beleid. Betrek je beroepskracht bij beslissingen. Dat versterkt het eigenaarschap én leidt tot betere keuzes. Expertise is een meerwaarde, geen bedreiging.
Als je werking een coördinator heeft, vormt die vaak de brug tussen het bestuur en het team. De coördinator volgt de werking op, maar het bestuur blijft eindverantwoordelijk.
Tip: Zorg voor regelmatig overleg met je coördinator. Weet wat er leeft, volg de ondersteuning op en wees duidelijk over de rolverdeling. Zo bouw je aan een sterk team.
Hoe bouw je een goede samenwerking op?
Een goede samenwerking ontstaat niet vanzelf. Ze groeit door open communicatie, vertrouwen en duidelijke afspraken. Wat kan helpen:
- Vertrouwen opbouwen: Wees eerlijk, luister actief en neem elkaars mening serieus.
- Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden: Zorg dat iedereen weet wie waarvoor verantwoordelijk is.
- Regelmatige check-ins: Plan vaste momenten om te horen hoe het gaat, zowel professioneel als persoonlijk.
- Feedbackcultuur: Geef ruimte voor feedback, zonder dat het als kritiek aanvoelt. Feedback mag ook positief zijn!
- Aandacht voor groei: Geef je beroepskrachten kansen om bij te leren. Maak tijd voor vorming, coaching of intervisie.
Conclusie
Een goede verhouding tussen werkgever en de beroepskracht is een belangrijke bouwsteen van elke organisatie met personeel. Het zorgt voor duidelijkheid, vertrouwen en motivatie.
Als bestuur is het belangrijk om regelmatig stil te staan bij je rol: ben je op dat moment werkgever, vrijwilliger, coach of vriend? Door daar bewust mee om te gaan, geef je je beroepskracht de steun én de ruimte om goed te werken.
