Hey! Ik ben Jonas, tot anderhalf jaar geleden voorzitter van Jeugdhuis Basta en sinds anderhalf jaar vormingsvrijwilliger bij Formaat. In het dagelijkse leven ben ik leerkracht Nederlands en Latijn aan het Xaveriuscollege, geef ik volleybaltraining en ben ik bovendien actief als acteur bij het Bananentejater. Dankzij mijn opleiding tot onderwijswetenschapper heb ik me de laatste jaren erg verdiept in motivatie en tracht ik jeugdhuizen te begeleiden wanneer ze zich in moeilijk vaarwater bevinden.
Begin september 2020 was het keerpunt. Tijdens de Raad van Bestuur kondigde ik, weliswaar met een krop in de keel en ietwat waterachtige ogen, na acht jaar mijn vrijwilligerspensioen aan bij Jeugdhuis Basta. Vlak na een extra lockdown lag de werking stil, een ideaal moment voor een nieuw team om zich voor te bereiden op wat er nog komen zou, tijd dus om te leren. Bovendien voelde ik aan dat het jeugdhuis niet meer voldoende uitdagingen bood. Ik zag wel in wat een meerwaarde het jeugdhuis aan mijn leven had gegeven, wat voor rol het had gespeeld in mijn ontwikkeling als jongvolwassene. Het is net dat inzicht dat me uiteindelijk richting de deur en uit het huiselijke nest dreef. Een jeugdhuis is een fenomenaal oefenterrein voor sociale vaardigheden, een vat vol nieuwe kansen, keer op keer. Tijd voor Basta dus om zich opnieuw te bewijzen.
De zoveelste motivatiedeuk
Eigenlijk beleefde ik sinds mijn vertrek een dubbelleven. Mijn inzet bij Formaat zorgde ervoor dat ik het voorbije anderhalf jaar met heel wat jeugdhuizen in contact kwam en heel wat nieuwe enthousiaste mensen leerde kennen. Aan de andere kant stond mijn telefoon roodgloeiend. De nieuwe voorzitster wilde weten hoe je nu weer een jaarrekening opstelde, en of ze toch geen Kerstmarkt Afterparty Light konden organiseren, maar dan … al zittend.
Er was initiatief, een motor die opnieuw aansloeg, jongeren die een gezamenlijk doel hadden en weer in overleg gingen. Alles begon te ‘draaien’. Tot er opnieuw verstrengingen aangekondigd werden en de voorziene datum moest worden verschoven. Zucht ... Gelatenheid … Een zoveelste deuk in hun motivatie, en dat merkte je. Tegelijkertijd reed ik in de provincies Antwerpen en Limburg rond en werd ik geconfronteerd met hetzelfde probleem. Jongeren moeten kunnen exploreren, experimenteren en vooral mogelijkheden en grenzen ontdekken. Zit dat niet in het DNA van een jeugdhuis, het eigenlijke waarom van hun oprichting en uitbouw? Denken wat mogelijk is, op weg naar de top van de berg zijn en dan die gedachten abrupt wijzigen in de vaststelling dat het niet mogelijk is, dat frustreert. Gelukkig waren we niet alleen.
Jongeren moeten kunnen exploreren, experimenteren en vooral mogelijkheden en grenzen ontdekken. Zit dat niet in het DNA van een jeugdhuis?
Mythes en wilde verhalen
Hoewel ik verwacht had dat veel jeugdhuizen een probleem zouden hebben bij het aantrekken van nieuwe leden, jongeren die het pad naar het jeugdhuis mogelijk nog niet verkend hadden, situeert het probleem zich vooral op het niveau van de bestaande vrijwilligers. Meestal beschikte ik over een heterogene groep om mee samen te werken, maar er was telkens een groot verschil in integratie tussen de nieuwe en de meer ervaren vrijwilligers. Er lijkt bij de meer nieuwe vrijwilligers vandaag overal een voorzichtigheid, een aarzeling, te groeien om zich al te sterk te binden aan het jeugdhuis, of een meer verantwoordelijke rol op zich te nemen. Twee jaren corona maakten dat wat de ouderen hadden ervaren, niet de weg vond naar de jongeren. Het bleef bij mythes en wilde verhalen, verhalen die hun houdbaarheidsdatum overschreden. Tijd dus voor een nieuwe dynamiek.
De belangrijkste opdracht voor de jeugdhuizen, is dus het opnieuw motiveren van het huidige vrijwilligerskorps. Ik herinner me nog de eerste lockdown, toen ik alleen naar mijn tweede thuis, ‘t jeugdhuis, mocht gaan om de brievenbus leeg te maken. Zo had ik nog even het jeugdhuis gezien die dag. De andere jongeren moesten thuisblijven, in hun kot. Wanneer echter dat het enige is wat je in een jeugdhuis kan doen, wordt het bijzonder moeilijk om vol te houden, om perspectief te hebben, om je tijd erin te investeren, laat staan toe te laten dat het je tweede thuis wordt. Dat was het toch? Een jeugdhuis?
De belangrijkste opdracht voor de jeugdhuizen, is het opnieuw motiveren van het huidige vrijwilligerskorps.
De blijvende waakvlam
Toch ben ik bijzonder optimistisch. Jonge mensen hebben draagkracht en kunnen wel tegen een stootje, ze zitten boordevol ideeën, en vooral, boordevol energie en goesting. Zo kwam ik een bijzonder jeugdhuis op mijn pad tegen. Ze dachten eraan om het wereldrecord ‘langste toog’ ooit te breken, maar niet alleen voor het wereldrecord an sich. Ook het betrekken van verschillende andere jeugdverenigingen uit het dorp was een doel, zelfs belangrijker dan ooit tevoren. Meer dan voordien lag de nadruk op verbinden. Hoewel, deden we dat niet altijd al, tussen alle regels en wetgevingen door?
Opnieuw stonden ze voor het vreselijke virus, met al z’n opgelegde beperkingen. Toch zag ik dat vuurtje in hun ogen, zin om te organiseren en om te blijven verbinden. Het vuur is er nog steeds, ook bij jeugdhuizen die het nu wat moeilijker hebben, en die waakvlam heeft volgens mij niet veel nodig om ook na het coronagebeuren opnieuw vlam te vatten. Dan zal de opdracht zijn dat jeugdhuizen opnieuw en nog met meer inzet de binding maken tussen de ouderen, de geroutineerden, en de nieuwelingen die met hun enthousiasme de inzet van de ouderen kunnen ondersteunen. Voor mij is dat de enige oplossing, om weer te focussen op dat wat ons tot jeugdhuizen maakt, er zijn voor elkaar.
Het vuur is er nog steeds, ook bij jeugdhuizen die het nu wat moeilijker hebben, en die waakvlam heeft volgens mij niet veel nodig om ook na het coronagebeuren opnieuw vlam te vatten.