Het jeugdwerk wil een plek zijn waar alle kinderen en jongeren zich welkom voelen, zichzelf kunnen zijn en zich kunnen ontplooien. Daarom zijn Uit De Marge vzw en Chirojeugd Vlaanderen met een gezamenlijk initiatief gekomen: het Netwerk Antiracisme en -discriminatie. Het netwerk is samengesteld uit 30 jeugdwerkorganisaties, waaronder Formaat.
Sineray werkt bij Formaat rond diversiteit in de brede zin. Vanuit haar werk bij Formaat maakt ze deel uit van het Netwerk Antiracisme en -discriminatie.
Waarom is het goed dat Formaat en andere organisaties deel uitmaken van dit Netwerk?
“Omdat het jeugdwerk een plek wil zijn waar alle jongeren zich welkom en veilig voelen. Dagelijks komen we in contact met jongeren die een racistische of discriminerende ervaring hebben meegemaakt. In het onderwijs, op de arbeidsmarkt of in het openbaar. Jongeren hebben nood aan een plek waar ze hun ervaringen en terechte frustraties niet alleen kwijt kunnen, maar waar ook met die ervaringen aan de slag wordt gegaan.
Het is belangrijk dat onze jongeren weten dat we er voor hen zijn. Als vertrouwenspersoon en luisterend oor, maar ook als bondgenoot. Met de jaarlijkse mars tegen racisme geven we als middenveld een duidelijk signaal. We zullen blijven vechten tegen racisme en discriminatie zolang ze bestaan, prominent aanwezig zijn in onze samenleving en beleidsmakers hier onvoldoende aan werken. Door een gezamenlijke visie te formuleren en met verschillende partners samen te werken aan de toolbox (zie kader), denk ik dat we onze positie kracht bijzetten.”
Op welke manier zien we discriminatie en racisme in het open jeugdwerk?
“Moeilijk om hier een kort en duidelijk antwoord op te geven, omdat het over verschillende niveaus en verschillende vormen gaat. Zo gebeurt het dat lokale overheden organisaties die vanuit een bepaalde etnische, culturele of voorkeursgroep vertrekken, meer of strenger controleren en zo minder groeimogelijkheden geven.
Ik merk op dat open jeugdwerkinitiatieven zich bewust zijn van hun maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid. Ze doen er alles aan om hun ervaringen en bedenkingen te uiten. Het is aan jeugdinitiatieven, koepelorganisaties, netwerken... om in het maatschappelijk debat aanwezig te blijven.”
Wat hoop je met het Netwerk Antiracisme en -discriminatie te kunnen realiseren?
“Ik hoop dat we de jeugdsector verder kunnen helpen om met deze thema’s aan de slag te kunnen gaan. Dat zowel jeugdwerkers, vrijwilligers, als scouts- en Chiroleiding de toolbox kunnen gebruiken om gesprekken te starten, acties te ondernemen of aan zelfreflectie te doen. De toolbox is geen eindpunt, maar wel een nodige bron aan informatie en misschien wel een startpunt voor sommigen.
Ik hoop ook dat we als netwerk aan beleidsbeïnvloeding kunnen doen. Structurele problemen hebben structurele oplossingen nodig. Het netwerk is dan ook een sterke partner in de strijd tegen racisme en discriminatie.”
Waar kunnen jongeren, jongereninitiatieven en overheden terecht met vragen over racisme en discriminatie?
“Jongeren moeten in de eerste plaats bij hun familie en vrienden terecht kunnen met vragen en ervaringen. Ook jeugdinitiatieven moeten een veilige haven zijn, vrij van racisme en discriminatie. In de praktijk merken we dat dit niet altijd het geval is.
Jongereninitiatieven kunnen zeker eens de site van het netwerk bekijken. Daar vinden ze informatie voor verschillende doelgroepen.
Het is ook belangrijk dat jonge mensen aan de bel kunnen trekken op beleidsniveau. Dat is niet makkelijk en het is ieders persoonlijke keuze is om al dan niet verdere stappen te zetten, maar het blijft wel cruciaal dat incidenten worden aangeklaagd. UNIA kan daarin helpen.”