In december 2020 gingen we voor Formaat Magazine in gesprek met verschillende open jeugdwerkinitiatieven die aan de slag gingen met welbevinden. De regels werden nadien wat versoepeld, maar ook nu zijn we weer volop met corona geconfronteerd. Het welzijn van jongeren blijft dan ook een brandend actueel thema. Dat bleek ook uit het ‘Waar waren we gebleven?’-onderzoek van Formaat over corona in het jeugdwerk. Bovendien krijgen vrijwilligers en beroepskrachten veel vragen over psychosociaal welzijn binnen nu de werking opnieuw draait. Hoe gaan open jeugdwerkinitiatieven in verschillende steden en gemeentes daarmee aan de slag?
We gaan met onze vragen op bezoek bij OverKop in Genk, BURn in Leuven, Vort’n Vis in Ieper en Safe Space in Antwerpen. Alle vier de initiatieven gaan op een verschillende manier aan de slag met welbevinden. Soms expliciet, zoals OverKop Genk en Safe Space. Soms door te fungeren als vrije, open ontmoetingsplek en uitlaatklep voor jongeren, zoals BURn Leuven en Vort’n Vis Ieper. Ze geven jongeren een plek waar ze zich thuis kunnen voelen, waar ze kunnen ondernemen en organiseren, waar ze leren samenwerken en vrienden maken of waar ze gewoon kunnen zijn.
Zo ontstond BURn toen enkele geëngageerde Leuvenaars vaststelden dat er in hun stad geen plaats was voor jongeren die bezig waren met hiphop, breakdance of rap. “Hier vinden dansworkshops plaats en er is een opnamestudio, maar we organiseren ook eigen evenementen zoals een jaarlijks festival”, vertelt jongerenwerker Emeraude Kabeya. “Jongeren kunnen hier ook komen chillen of hun huiswerk maken.”
Ook Vort’n Vis in Ieper ontstond vanuit de nood om ruimte te creëren, zij het voor een heel andere subcultuur. “Vort’n Vis is gestart in 1989 als een plek voor hardcore-shows”, legt Chloë Vandevyvere uit. “Dat was nieuw in Ieper. Sindsdien geven we ruimte aan mensen die ergens anders uit de boot vallen.” Vandaag is Vort’n Vis nog steeds een uniek en onafhankelijk jeugdhuis, maar is het minder tegendraads. “Nu streven we ernaar om samen de maatschappij mooier te maken. Niet alleen meer tegen iets zijn, maar samen het voorbeeld geven om te tonen hoe het ook anders kan”, zegt Chloë. “Vort’n Vis gaat dan ook over meer dan muziek, iedereen krijgt hier een kans.”
Het derde initiatief dat we bezoeken is OverKop Genk, één van de eerste vijf OverKop-huizen in Vlaanderen. OverKop is een plek waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, maar waar ze ook terecht kunnen wanneer ze met een hulpverlener willen babbelen over bepaalde zorgen. “De geestelijke gezondheidszorg zit verweven in de werking”, vertelt teambegeleider Tessa Debaeke als we vragen naar het verschil met een jeugdhuis. “Door aanwezig te zijn in het vrijetijdsaanbod, leren jongeren hulpverleners op een informele manier kennen. Zo wordt de stap om hulp te vragen kleiner.”
Ook inloophuis Safe Space in Antwerpen wil drempels verlagen. “Onze deur staat open voor iedereen. Ook voor zogenaamd vervelende kinderen”, zegt oprichter Saida El Fekri. “Het gedrag dat men ‘vervelend’ noemt, is vaak een schreeuw om aandacht.” In tegenstelling tot sommige andere werkingen heeft Safe Space, sinds kort ook een OverKop-huis, geen probleem om tieners te bereiken. De vraag is net groot. “Onze sterkste troef zijn de moeders. We bieden hun sinds 2018 versterkende programma’s aan in het kader van deradicalisering”, vertelt Saida. “In het begin voel je bij hen wat weerstand, maar stilaan ontdooien ze en kun je hen overtuigen.” Veel mama’s zijn zelf vragende partij om hun tieners een plek te geven binnen Safe Space om te bemiddelen en te babbelen met hun kinderen.
Zowel informeel als tijdens activiteiten proberen we aandacht te hebben voor mentaal welzijn
Mentaal welzijn
Informele ontmoetingen kunnen een positieve invloed hebben op welzijn, maar komen jongeren ook echt aankloppen met welzijnsvragen bij jullie? Zo ja, welke thema’s komen hier zoal naar boven?
Jolien van Safe Space: “Zowel informeel als tijdens activiteiten proberen we aandacht te hebben voor mentaal welzijn. Zo polsen we bijvoorbeeld tijdens een crea-activiteit bij de kinderen hoe ze zich voelen. Zo komen we veel te weten. We doen dat meestal met twee: iemand die de activiteit begeleidt en iemand die die vragen stelt. We zijn daar dus heel bewust mee bezig.”
Saida van Safe Space: “Alles draait rond aandacht voor elk kind en elke jongere die hier binnenkomt. Ook als er gedrag wordt gesteld dat vervelend is, zijn we nooit boos, want we beseffen dat het ergens vandaan komt. Wij willen het voorbeeld geven en we staan altijd open voor een babbel, ongeacht wat je gedaan hebt.”
Brenda van BURn: “Tijdens de dansworkshops vraag ik altijd hoe deelnemers zich voelen. Ik vind het belangrijk om te horen waar ze mee bezig zijn en onthoud wat ze me vertellen. Maar ik vraag het hen on the low, niet te beladen. De thema’s die dan naar boven komen zijn: school, thuissituatie, balans tussen strenge ouders en vriendjes die meer vrijheid hebben, verliefdheid, onzekerheid, een identiteitscrisis …”
Tessa van OverKop: “In de tooggesprekken of tijdens een activiteit uit het vrijetijdsaanbod komen soms pittige verhalen naar boven, die jongeren alleen maar tegen ons kunnen vertellen. Sommige hebben geen warme thuis of vriendengroep die hen opvangt wanneer het moeilijker gaat. OverKop kan ervoor zorgen dat jongeren gehoord worden voor zaken uit de hand lopen.”
Hoe maken jullie moeilijke zaken bespreekbaar?
Emeraude van BURn: “Ruimte maken voor de individuele gesprekken is belangrijk, ik spendeer dan ook veel tijd op Instagram en Whatsapp om contacten te onderhouden. Als iemand bijvoorbeeld zegt dat die niet meer naar de danslessen komt, dan bel ik even om te checken wat er gaande is en maak ik duidelijk dat die persoon altijd weer welkom is.
Wij zijn bij BURn niet expliciet met welzijn bezig, maar door de mensen met wie we de jongeren in contact brengen, kunnen we wel een positieve invloed hebben. Ik denk bijvoorbeeld dat jongeren die bij BURn zitten, hier voor het eerst een zwarte psycholoog hebben ontmoet. Bij ons ontdekken ze dat die bestaan, dat ze er naartoe kunnen en dat ze zélf psychologie kunnen gaan studeren als ze willen. Zonder veel woorden toon je hen dus wat de mogelijkheden zijn. Dat die voorbeeldfiguren dan ook nog eens graag dansen en lachen, onnozel doen en dat al die dingen tegelijk mogelijk zijn: ik denk dat ze dat wel oppikken.”
Als iemand zegt dat die niet meer komt, bel ik altijd even om te checken wat er gaande is en maak ik duidelijk dat die persoon altijd welkom is
Fysiek welzijn, beweging en creatieve expressie
Wat zijn de effecten van bewegen op het welbevinden van jongeren?
Brenda van BURn: “Na een dansworkshop zie je dat de jongeren energiek en opgeladen zijn. Soms komen ze ongemotiveerd binnen en gaan ze blijer naar huis. Dat is puur biologisch, door de endorfines die vrijkomen tijdens het sporten. Je merkt dat mensen die meer bewegen, een stabielere mentale gezondheid hebben. Als je beweegt, ben je zowel fysiek als mentaal bezig: je kan ontstressen en je drukt jezelf creatief uit.
Ik let ook op de negatieve woorden die de jongeren gebruiken als ze zichzelf omschrijven en probeer een alternatief te geven. Als ze dingen zeggen zoals “ik kan dat niet” of “het gaat mij nooit lukken” dan zeg ik hen: “Je kan dat nóg niet en we gaan dat nu leren.” Of als ze bijvoorbeeld zeggen: “Dat is altijd”, dan zeg ik: “Dat is niet altijd, dat is nu zo, maar …”
Saida van Safe Space: “’Safe babbels’ is een van onze workshopreeksen waarbij we met jongeren cirkelgesprekken voeren over emoties, pesten, spanningen, stress, hun thuissituatie... Tegelijkertijd leren we hun om rust te creëren en zich te ontspannen. We houden ook bokstrainingen of combineren gesprekken met houdingsoefeningen. Fysieke en mentale focus gecombineerd, dus. Je ziet de meisjes daardoor opbloeien!”
Jongeren die radicaliseren, snakken eigenlijk naar liefde, waardering, verbinding, aandacht en erkenning
Hoe kan creatieve expressie jongeren helpen?
Femke & Chloë van Vort’n Vis: “Vort’n Vis is een beetje een cultuurhuis. Er is een focus op muziek, er wordt een kunstatelier verbouwd, er zijn veel muurtekeningen … We zijn met veel dingen bezig en dat worden er steeds meer. Zo is er voor de vrijwilligers veel plaats voor zelfexpressie.”
Denis van BURn: “Bij BURn geef ik rapworkshops echt op maat van de jongeren. Ze geven soms heel expliciet aan: “Ik wil graag een ep of een performance maken”. Dan werken we in die richting. Daarbij focus ik op zowel inhoud als techniek. De meeste jongeren verwerken hun realiteit in de rapteksten die we samen schrijven en we moedigen dat ook aan. Tenslotte is dat ook hetgeen waar ze met veel passie over kunnen rappen.”
Emeraude van BURn: “Ik zit ook soms bij de rapworkshops. De teksten die ik hoor, zijn vaak heel persoonlijk en je leert de deelnemers meteen goed kennen. Bij dans ben je daar op een heel ander level mee bezig.”
Sociaal welzijn
Hoe combineer je vrijheid met regels die zorgen voor veiligheid en hoe gaan jullie om met meningsverschillen hierover?
Chloë van Vort’n Vis: “In de hardcore-scene geldt: zo weinig mogelijk regels. Dat is moeilijk te combineren met het idee dat er toch een paar moeten zijn. Dat is voor mijzelf ook een evenwichtsoefening. Vort’n Vis is een community en een plek voor leute, maar ook een organisatie. Het blijft voor mij belangrijk dat de instuif ordelijk wordt achtergelaten en dat we onze rekeningen kunnen blijven betalen.”
Femke van Vort’n Vis: “We halen nu wel banden aan, maar we doen nog altijd tegendraads en ons goesting. Voor vrijheid heb je soms een minimaal kader nodig.”
De term safe space duikt steeds vaker op. Wat betekent die voor jullie? Welke randvoorwaarden zijn hiervoor nodig en voor wie is jullie werking een safe space?
Saida van Safe Space: “Wij doen niet mee aan uitsluiting. Jongeren die fouten hebben gemaakt, blijven welkom bij ons, terwijl ze dat in andere organisaties vaak niet zijn. Wij zien hen niet als een gevaar voor anderen. Als je tot hen kan doordringen, maak je de maatschappij veiliger. Jongeren die radicaliseren, snakken eigenlijk naar liefde, waardering, verbinding, aandacht en erkenning. Door hen als maatschappij buiten te sluiten voed je hen net.”
Jolien van Safe Space: “We stellen nooit voorwaarden en je krijgt op die manier heel veel respect terug. Iedereen heeft z’n eigen verhaal. Dat zie je niet op scholen, waar leraren te weinig tijd hebben om met mentaal welzijn bezig te zijn. We hebben hier uiteraard wel wat ‘huisregels’ rond bijvoorbeeld onderhoud, maar jonge mensen koesteren deze plek omdat ze zich mee eigenaar voelen.”
Chloë van Vort’n Vis: “Als zestienjarige werd ik op andere plekken raar bekeken als ik geen alcohol dronk. In de Vort’n Vis is het wél mogelijk om straight edge te zijn. Zeker als jongere is dat belangrijk, je moet jezelf kunnen zijn.
De bezoekers van onze hardcore-shows tonen veel wederzijds respect. Vrouwen worden hier niet lastiggevallen, racistische uitspraken worden niet getolereerd. Ons publiek blijft wel weinig divers, het merendeel van onze bezoekers zijn witte mannen. We willen meer moeite doen om nieuwe jongeren te bereiken.”
Brenda van BURn: “Als ik merk dat er nieuwe leden zijn, doe ik altijd een voorstellingsrondje en benadruk ik enkele regels: iedereen is welkom is, je hoeft niet per se iets te doen, je kan ook gewoon kijken, respect voor anderen is belangrijk en er is geen ruimte voor uitlachen. Ik moedig kleine stappen aan, spoor hen aan om te proberen. Als ik voel dat ze er geen zin in hebben, luister ik ook echt naar hen.”
Samenwerken voor het welzijn van jongeren
Het ziet er niet naar uit dat het thema welzijn snel van de radar zal verdwijnen. Veel werkingen en ondersteuners verwachten zelfs dat de grote klap nog moet komen. Uit het “Waar waren we gebleven?”-visietraject blijkt dat er gezocht moet worden naar welke rol het open jeugdwerk kan spelen met betrekking tot de grote uitdagingen rond dit thema. Hoewel open jeugdwerk in se goed is voor het welzijn van jongeren, zijn jongerenwerkers niet altijd de geschikte persoon om dieper in te gaan op specifieke welzijnsuitdagingen. Daarom is het belangrijk om samenwerkingen aan te gaan met initiatieven die daarin gespecialiseerd zijn, maar opvolging is nodig. Als afsluiter kijken we hoe de vier initiatieven daarmee omgaan.
Saida van Safe Space: “De lockdown was een zeer moeilijke periode, maar we zijn steeds opengebleven. Het gebouw leende zich daartoe omdat het veel aparte ruimtes heeft. Dankzij corona is iedereen tot het besef gekomen dat je de benadering van jongeren niet in een hokje kan plaatsen. Dat is een goeie zaak. Nu we een OverKop-werking zijn, is het de bedoeling dat scholen en andere instellingen jongeren naar ons kunnen doorverwijzen om hier op een laagdrempelige manier een gesprek aan te gaan met een psychologe.”
Emeraude van BURn: “We doen zelf niet aan zorgverlening maar zijn wel een luisterend oor en toevlucht voor jongeren die het nodig hebben. Mocht er iets ernstigs gebeuren, kunnen we doorverwijzen en toeleiden en kan ik met hen meestappen, maar dat is nog niet echt nodig geweest. Jongeren kunnen hun verhaal bij ons kwijt en worden gehoord, ik merk dat ze daar veel voldoening uit halen.”
Tessa van OverKop: “Een gouden tip voor iedereen: ken je sociale kaart. In elke gemeente of stad zijn er enorm veel actoren aan het werk. Weet wat er in je stad leeft en wie wat doet. Leer je opbouwwerkers kennen en bouw een netwerk uit. Zo kan je samenwerken en sneller je gedeelde doelen bereiken.”
- Tekst: Helena Verheye, Nick Beerens, Valerie Vonck & Toon Vanottendijk
- Foto's: Helena Verheye, Valerie Vonck & Michèle Bours