Genderinclusieve taal is voor velen nog onbekend terrein. Denk bijvoorbeeld aan voornaamwoorden. Inclusieve taal kan voor sommige jongeren (zoals transgender of non-binaire jongeren) wel echt een verschil maken zodat ze zich welkom, veilig en gezien voelen binnen jouw jeugdwerking. Daarom geeft Audrey Lesa-Kunga, vrijwilliger bij Wel Jong, een paar handige tips mee die je makkelijk kan toepassen.
Vermijd dat jongeren bij hun inschrijving voor activiteiten moeten kiezen tussen M of V.
Vraag jezelf eens af of het wel écht nodig is dat je het geslacht van de deelnemers weet. Wil je de vraag stellen, noem het dan 'gender' in plaats van 'geslacht' en geef niet enkel man of vrouw als optie. Voeg bijvoorbeeld de optie 'X' toe of voorzie een lege ruimte waarin de jongere zelf de juiste genderidentiteit kan invullen.
Gebruik de juiste voornaamwoorden.
Een jongere aanspreken met de verkeerde voornaamwoorden kan heel confronterend zijn. Een paar voorbeeldjes: een non-binair persoon aanspreken met 'hij' of 'zij' of een transgender man aanspreken met 'zij'. Een handige tool om dit te voorkomen, is het gebruik van buttons. Je kan bij activiteiten buttons voorzien waarop de voornaamwoorden van de deelnemers staan. Je kan natuurlijk ook altijd de juiste voornaamwoorden gewoon vragen. Ook jezelf simpelweg corrigeren als een jongere je erop wijst dat je de verkeerde voornaamwoorden gebruikt, is al een heel belangrijke stap. Laat zien dat je probeert en dat de jongere zichzelf kan zijn binnen jouw werking.
Gebruik de roepnaam van de jongeren.
Soms is het nodig om de naam die op de officiële documenten van een jongere staat te hebben voor de administratie. Dat kan, maar gebruik in de dagelijkse omgang altijd de naam die de jongeren zelf graag gebruiken. Soms is de naam van bijvoorbeeld transgender of non-binaire jongeren nog niet aangepast op hun paspoort, maar gebruiken ze al een andere. Zorg er dan voor dat jij wel de naam gebruikt waar ze zich goed bij voelen.
