Wetgeving
Lokale bevoegdheden

Vergunningen

13 jan 2022
HOT TOPIC Burn sfeer 2

Bij de opening van een jeugdinitiatief komt heel wat kijken. Voor de meeste vergunningen, toelatingen, meldingen... kan je bij de gemeente terecht. Vaak kan je die regels ook terugvinden in gemeentelijke politiereglementen of belastingreglementen.

Sommige algemene regels gelden voor elk jeugdhuis, maar andere regels kunnen sterk verschillen van gemeente tot gemeente. In verschillende gemeenten is er een apart loket voor feesten, fuiven en andere evenementen. Vaak hoef je dus niet naar verschillende diensten te gaan om alle nodige informatie te verzamelen.

Als je in jouw open jeugdwerking alcoholische dranken wil verkopen, dan heb je daarvoor een drankvergunning nodig. Officieel ben je dan een drankgelegenheid: “elke plaats of lokaliteit die voor het publiek toegankelijk is en waar drank, ongeacht de aard ervan, voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, zelfs gratis en waar leden van een vereniging/groepering uitsluitend/voornamelijk bijeenkomen om sterke/gegiste drank te gebruiken of om kansspelen te bedrijven”.

Er bestaan twee soorten drankvergunningen: een vergunning voor het schenken van gegiste dranken zoals bier en wijn en een vergunning voor het schenken van sterke of gedestilleerde dranken (whisky, vodka, rum, …). Meer over het onderscheid vind je op de website van ikorganiseer.be.

Let wel op, het is wettelijk niet mogelijk om een permanente vergunning voor sterke dranken te krijgen wanneer jouw initiatief zich in vooral richt tot minderjarigen. Is jouw hoofddoelgroep dus jonger dan 18 jaar, dan is het waarschijnlijk niet mogelijk om een blijvende vergunning te krijgen. Je kan wel uitzonderlijk een vergunning aanvragen voor bepaalde evenementen. Die vraag je aan via de dienst economie van je gemeente. Het is uiteindelijk de burgemeester die beslist over de uitzonderlijke drankvergunning. Daarbij kan de gemeente extra voorwaarden opleggen, zoals het gebruik van kleurenbandjes om onderscheid te maken tussen 16+'ers en 18+'ers.

Je vraagt een drankvergunning aan bij de dienst economie van jouw gemeente. Het is uiteindelijk de burgemeester die beslist over de vergunning.

Binnen de wetgeving over de drankvergunning zijn er criteria waaraan je werking moet voldoen. Daarnaast kan de gemeente nog andere voorwaarden opleggen. Het gaat om moraliteitscriteria.

Moraliteit
Het begrip moraliteit betekent in deze context dat de schenker van alcoholische dranken dit verantwoord doet en rekening houdt met de openbare orde en de zeden. Wanneer je een drankvergunning aanvraagt bij de gemeente, zal de gemeente dus checken dat wie alcohol schenkt, voldoet aan de moraliteitsvoorwaarden. Voor vzw’s zijn dat de benoemde bestuursleden en voor feitelijke verenigingen zijn dat alle leden van de organisatie.

Dit zijn de moraliteitsvoorwaarden:
In de praktijk betekent dit dat je ofwel zelf een uittreksel uit het strafregister 596/1 - 8 dranken bezorgt aan de gemeente of dat je de gemeente toestemming geeft om dit zelf uit het bevolkingsregister op te halen.

  1. Geen veroordeling tot een criminele straf: gevangenisstraf > 5 jaar en/of opsluiting/hechtenis 5-30 jaar
  2. Geen veroordeling van misdrijf zedenfeiten (aanranding, verkrachting, openbare zedenschennis, jeugdbederf, prostitutie)
  3. Geen veroordeling tot heling
  4. Geen veroordeling met betrekking tot speelhuis/weddenschappen
  5. Geen 3 veroordelingen met betrekking tot het gebruik van geestrijke dranken
  6. Geen gevangenisstraf met betrekking tot fraude op vlak van de taks op alcohol
  7. Geen veroordelingen in het kader van accijnzen
Controles

De verkoop van alcohol aan -16-jarigen is verboden. De verkoop van sterke dranken aan -18-jarigen is ook verboden.

Niet enkel de politie kan het verbod op de verkoop van alcohol aan minderjarigen controleren. Ook de federale Controledienst Tabak en Alcohol kan controles uitvoeren in cafés en jeugdhuizen, tijdens festivals en fuiven en in buurtwinkels, nachtwinkels en grootwarenhuizen. Bij een overtreding stelt de controleur een proces-verbaal op. De juridische dienst van de federale overheid bepaalt op basis van dat proces-verbaal de administratieve boete. Die boete kan variëren tussen 156 en 6000 euro. Dat hangt af van de ernst van de overtreding. Denk eraan dat je de geldboete altijd nog moet vermenigvuldigen met het zogenaamde ‘opdeciemen’, een bepaalde factor die momenteel 8 is. Als de boete niet wordt betaald, gaat het dossier naar het parket en kan er een rechtszaak worden opgestart.

(Ver)bouwen

Voor een nieuwbouw heb je sowieso een omgevingsvergunning nodig, maar dat kan ook het geval zijn voor grote verbouwingen. Denk aan het verwijderen van dragende muren, wijzigingen aanbrengen aan de voorgevel, het aanleggen van een terras aan de straatzijde of een tuinhuis zetten. Soms is een omgevingsvergunning nodig, soms zal je een melding moeten doen.. Dat hangt af van een aantal factoren. Voor sommige constructies hoef je ook helemaal niets te melden.

Functiewijziging

Je hebt ook een omgevingsvergunning nodig als er een gebouw van functie verandert. Bijvoorbeeld als je van een woning een jeugdhuis wil maken. Zelfs als er bij die functiewijziging geen verbouwingswerken komen kijken, is een vergunning nodig.

Als de hoofdfunctie van een gebouw wijzigt, heeft dat namelijk een impact op de omgeving. Als een woning in een jeugdhuis verandert, moet er bekeken worden of de nieuwe functie strookt met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg en verkavelingsvergunningen.

Soms word je vrijgesteld van zo’n vergunning, bijvoorbeeld als de functie van een gebouw maar tijdelijk (voor minder dan 90 dagen) wijzigt. Op die manier kan je bijvoorbeeld een pop-up-jeugdhuis oprichten zonder omgevingsvergunning.

Naast de algemene regels, kunnen steden en gemeenten strengere voorwaarden opleggen. Ga dus goed op tijd met je plannen langs bij de omgevingsambtenaar of stedenbouwkundige ambtenaar van je stad of gemeente.

Elk jeugdhuis met een oppervlakte die groter is dan 50 m² moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing hebben. Dat is nog een andere verzekering dan de brandverzekering die enkel het gebouw en/of de inboedel verzekert bij brand.

Als je een contract afsluit bij een verzekeraar, zal die automatisch een attest bezorgen aan de burgemeester van de gemeente waar het jeugdhuis ligt. Als een jeugdhuis geen verzekering objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing heeft, is de burgemeester verplicht om het jeugdhuis te sluiten.

Let op

Ook terrassen en evenementen in openlucht vallen onder die verplichting.

Neem contact op:

De Wittestraat 2, 2600 Berchem

Bereikbaar op ma-vrij van 10-16u

Neem contact op